Demobos Emmerdennen
- Eigenaar: Staatsbosbeheer
- Ligging: Gemeente Emmen
- Grootte: 85 ha referentiesite (totaal 350 ha)
- Bodem: basis van veld- en haarpodzolgronden
Op bezoek bij dit voorbeeldbos?
De Emmerdennen is vrij toegankelijk voor bezoekers. Het bos is het beste te bereiken via het treinstation. Vanuit daar loopt u in oostelijk richting zo het bos in.
Met de auto kunt u parkeren bij de parkeerplaats Emmerdennen nabij Hunebed D45. Als u hier de auto parkeert kunt u de weg aan de oostzijde oversteken en gemakkelijk de referentiesite bekijken, zie kaartje hieronder.

Heeft u vragen over het beheer van of een bezoek aan deze referentiesite? Dan kunt u contact opnemen met beheerder Wilco van Tellingen via w.tellingen@staatsbosbeheer.nl.
Boswachterij Emmen-Sleen
Het referentiebos maakt deel uit van de boswachterij Emmen-Sleen. In deze bossen wordt al langere tijd duurzaam en klimaatbestendig bosbeheer uitgevoerd, waarbij boomgericht bosbeheer in sommige bosvakken al eerder is toegepast. Voor het project LIFE Climate Forest is een referentiesite aangewezen met verschillende bostypen, boomsoorten, leeftijden en uitgangssituaties om het boomgericht bosbeheer en de bijbehorende maatregelen op grotere schaal te kunnen ervaren en hiervan te leren. Hierbij ligt de focus op kleinschalig, boomgericht bosbeheer in een ongelijkjarig en gemengd bos.


Geraamte boom – een oude eik

Toekomstboom – een dikke Amerikaanse eik voor toekomstig zaaghout

Habitatboom – een prachtige holle beuk

Belevingsboom – een enorme douglasspar

OAD kern – bestaande uit groep oude eiken

Bosverjonging
Bostracken
Om een goed beeld te krijgen van het bos is het belangrijk dat je weet wat er staat en hoe het bos functioneert. Om dit te realiseren hebben wij het bos is kaart gebracht d.m.v. bostracking. Dit beteken dat je gericht het bos doorloopt en op boomniveau het bos beoordeelt en vastlegt via GPS. Wij hebben hierbij o.a. de volgende bomen beoordeeld:
• Geraamte bomen: Dit zijn bomen die een blijvend onderdeel mogen blijven uitmaken van het bos. Denk bijvoorbeeld aan een enorme dikke douglasspar, eeuwenoude eiken en imposante dennen.
• Afwijkende soorten: Om de menging en variatie in het bos te behouden en vooral te versterken hebben we per cluster bos wat enigszins ‘hetzelfde’ is alle bomen die hier spaarzaam aanwezig zijn gemarkeerd en vastgelegd. Bijvoorbeeld een eenzame berk in een eiken vak of een linde tussen de lariks. Omdat de Emmerdennen zo afwisselend is komt het regelmatig voor dat een boomsoort op een bepaalde plek een afwijkende soort is, terwijl deze soort 100m verderop dominant is.
• Toekomstbomen: Dit zijn voornamelijk bomen die een specifieke functie vervullen t.a.v. de houtproductie in het bos. Dit zijn bijvoorbeeld bomen met een goede houtkwaliteit (recht, takvrije onderstam en het liefst zo dik mogelijk). Deze bomen krijgen een voorkeursbehandeling om snel te kunnen groeien, maar hebben in tegenstelling tot een geraamte boom geen blijvende rol in het bos. Ze zullen op termijn gekapt worden t.b.v. bijvoorbeeld zaaghout voor het bouwen van woningen. Ontwikkelingen in de tijd kunnen de functie van deze bomen wel achterhalen. Als er bijvoorbeeld een roofvogelnest in komt, krijgt deze boom een andere functie.
• QD bomen: Dit zijn dunnere bomen die voldoende potentie hebben om uit te groeien tot prachtige rechte bomen en in de toekomst goed zaaghout kunnen opleveren. Deze bomen worden gemarkeerd en ook opgesnoeid om in de toekomst een mooie, takvrije stam te leveren.
• Habitatbomen: Dit zijn bomen met een verhoogde (potentiële) natuurwaarde, zoals bomen met holtes, nesten of bomen die (bijna) dood zijn. Ook een geraamte boom kan op termijn een habitatboom worden door bijvoorbeeld natuurlijke sterfte.
• Belevingsbomen: Dit zijn voornamelijk bomen die erg opvallen in het bos. Zoals een enorm dikke boom langs een wandelpad of juist een boom met een gekke stamvorm.
Het aanwijzen van de bomen geeft vooral een belangrijk inzicht in de bosstructuur en menging van het bos. Maar niets is veranderlijker dan de natuur en daarmee kunnen ook de functies van de aangewezen (toekomst)bomen veranderen. Zo verandert een toekomstboom waar tijdens een storm de top scheurt in een habitatboom. In de toekomst moeten we het tracken dus herhalen.
OAD Kernen
OAD (oude, aftakelende en dode bomen) zijn een belangrijk onderdeel van het bos. Deze bomen bieden een grote diversiteit aan soorten zoals paddenstoelen, allerlei insecten die specifiek in dode bomen leven en allerlei vogels. Naast de tijdens het bostracken al aangewezen habitatbomen, zijn er ook clusters aangewezen die op een natuurlijke manier mogen ontwikkelen. Dit zijn veelal groepen van dikke bomen bij elkaar of bijzondere bostypen. Ook zijn er drie grote blokken aangewezen als een soort referentiebos om te ervaren hoe het bos zich ontwikkelt zonder ingrepen. Deze drie elementen vormen samen een netwerk. Door deze nu aan te wijzen en via GPS vast te leggen, blijven deze clusters ook in de toekomst behouden zolang ze ecologisch waardevol blijven.
Bosverjonging
Een wezenlijk onderdeel van een bos is een nieuwe generatie bomen. Tijdens het bostracken hebben we de spontane verjongingsgroepen geïnventariseerd en krijgen ze de ruimte om door te groeien door ze voldoende groeiruimte te geven. Dit doen we door (dikke) bomen te kappen, zodat er meer licht ontstaat voor de jonge bomen om te groeien. Zo ontstaat er ook veel meer structuur en daarmee variatie in het bos. Er wordt in deze verjonging ook actief gestuurd om de aanwezige menging en kwaliteit te behouden door hier selectief bomen te bevoordelen.
Ook worden er op plekken bomen gekapt waar nog geen verjonging aanwezig is. Op deze plekken planten wij ook weer verschillende soorten terug. Dit zijn soorten die een goede houtkwaliteit kunnen leveren, maar ook soorten die bijdragen aan een klimaatbestendiger bos. Dit zijn soorten die een positief effect hebben op de bomen, maar ook beter tegen droogte kunnen.
Houtoogst
Nadat alle bomen zijn gemarkeerd, volgt de volgende stap: het bevoordelen van de bomen die ruimte nodig hebben om goed te kunnen groeien en vitaal te blijven. Daarbij wordt de grootste concurrerende boom ernaast – bijvoorbeeld een afwijkende boomsoort – gemarkeerd met verf en later gekapt. Om kenbaar te maken welke ingrepen we moeten uitvoeren, werken we met vaste kleuren. Een blauwe stip betekent bijvoorbeeld dat de boom beschermd moet worden en een oranje stip geeft aan dat de boom moet worden gekapt.
Dunningspaden
Om de bodem te beschermen, werken we met vaste dunningspaden waarover de machines moeten rijden. Ze mogen hier niet vanaf wijken. De dunningspaden hebben we vastgelegd met GPS en gemarkeerd met witte strepen. Ze liggen grofweg elke 40 meter door het bos, maar door het heuvelachtige terrein is dit niet overal haalbaar.